De vergeten zorgprofessional
Op het eerste gezicht lijkt het geen enorme stap om als zorgverlener aan de slag te gaan met persoonsgerichte zorg. Je stelt immers altijd al het belang van je patiënt voorop en doet je uiterste best om te achterhalen welk probleem – fysiek, geestelijk of sociaal – moet worden opgelost. En daarin zit hem nu net de crux: je lost de problemen niet meer op vóór je patiënt, je reikt hem of haar de middelen aan om zelf tot een oplossing te komen. En misschien wil je patiënt helemaal niet aan de slag met het probleem dat in jouw professionele opinie het eerst moet worden aangepakt. Of niet op de manier die jij – met argumenten – de beste vindt.
De patiënt krijgt een andere, actievere rol. Als professional moet je mee in die verandering. Dat vraagt om een andere kijk op zorg en een andere manier van werken. Dat wordt wel eens vergeten. Regelmatig zit ik met zorggroepbestuurders om tafel die namens alle aangesloten praktijken besluiten dat er ‘persoonsgericht gewerkt’ moet gaan worden. Mijn eerste vraag is dan hoe de professionals daarin staan. Want de basis voor persoonsgerichte zorg is een oordeelvrije, wederkerige relatie tussen patiënt en behandelaar.
Wil je persoonsgerichte zorg goed implementeren, begin dan bij de professionals zelf. Coach hen door de verandering heen. Pas als zij zich bewust zijn van hun eigen rol in de relatie met de patiënt, kunnen ze de rol van coachende zorgprofessional goed vervullen. Zorgverleners zijn mensen met weerstanden, sterke en minder sterke kanten. Net als hun patiënten. En dat mag! Als je je daar maar bewust van bent. Herken je de weerstanden en gedragingen bij jezelf en bij de patiënt, dan vind je vanzelf een opening voor het voeren van ‘het andere gesprek’.
Ik daag professionals in mijn trainingen uit om te onderzoeken welke verwachtingen en wensen zij zelf als consument hebben. Negen van de tien keer willen mensen dat gezien en begrepen worden, zodat ze maatwerk krijgen. Of het nu gaat om een hypotheek, een mooie reis of zorg. Het begint dus bij het maken van de verbinding, van mens tot mens. En dat kun je leren. Het is geen ‘rocket science’, wat je nodig hebt is de wil, tijd én een beetje hulp.